Algemene inleiding

Home » Kenniscentrum » Wijnproeven » Algemene inleiding

Onthoud:

  1. uw ideeën over de geur en smaak van de wijn zijn de juiste, niet wat alle anderen er van zeggen,
  2. de beschrijven van de geur en de smaak is moeilijk; onze taal is niet erg geschikt om geuren te beschrijven (om te helpen is aan het einde van dit artikel een lijst van nuttige woorden opgenomen).
  3. hoewel er meer dan duizend soorten druiven zijn die voor het maken van wijn worden gebruikt zijn er slechts ongeveer 50 belangrijk. Hiervan zijn er ongeveer tien die het grootste deel van de smaak verlenen aan de wijnen die u zult vinden in de schappen van uw lokale wijnhandel of supermarkt.
  4. door een beetje oefenen en met de hulp van wat eenvoudige instructies kunt u snel meer over de wijn vertellen (zie “Hoe te proeven” hieronder).
  5. proeven is een plezierige bezigheid, maar nog belangrijker is het om een goede wijn met goede vrienden te drinken…

Hoe te te proeven

Het formele proeven bestaat uit het wervelen, het snuiven, het slurpen, het gorgelen, spugen en andere lawaaierige en minder “nette” activiteiten die niet lijken bedacht om van fijne wijnen te genieten. Als u echter zoveel mogelijk over de wijn te weten wilt komen, de wijn wilt herkennen en wilt waarderen, dan zult u alle mogelijke zintuigen moeten gebruiken waar u over beschikt.

U moet:

  • beschrijven hoe de wijn eruit ziet,
  • de wijn ruiken,
  • de wijn in uw mond rond “wervelen” om goed te kunnen proeven,
  • en de wijn doorslikken of uitspugen

Het glas niet meer vullen dan één derde. Het glas vasthouden aan de onderkant van de steel of de voet en uw hand (met een eigen geur) zo ver mogelijk vanaf de kom houden.

De kleur tegen een witte achtergrond bekijken; hierbij het glas over hellen om meer detail te zien. Jonge rode wijnen zijn purperachtig rood; zij verkleuren naar meer roestig met een oranje rand als zij ouder worden. Witte wijnen gaan van waterig wit naar oud goud voor oudere (of op hout gelegen) wijnen.

Ruik eerst aan de wijn met één lange diepe haal. Vervolg daarna door de wijn te walsen, waardoor de aroma’s beter vrijkomen. Ruik nu opnieuw aan de wijn door uw neus net boven de rand van het glas te houden.

Dan pas begint u met proeven, waarbij u zoekt naar (de verhouding tussen) het zoet, zuur en en de bitterheid. Hoe zit het met het alcoholpercentage, te “voelen” door een wat “branderig” gevoel aan het gehemelte? Kauw de wijn in uw mond en, met wat wijn op uw tong, zuigt uw voorzichtig wat lucht in. Hiermee kunnen de aroma’s nogmaals worden bepaald.

Dan mag u (uiteindelijk) de wijn doorslikken of uitspugen als u meerdere wijnen wilt proeven. Let hierbij ook nog even op hoe lang de aroma’s blijven hangen…

Beschrijving van de waarnemingen

U hebt geen geheel nieuwe woordenschat nodig. U kunt alle “vinologen taal” negeren en gaan voor de „huis/tuin/keuken“ school van het proeven. Als u denkt dat de wijn ruikt naar zeep, dan zegt u dat. Niettemin zijn er een aantal woorden die die regelmatig terugkomen en over het algemeen worden beschouwd als nuttig bij het beschrijven van wijnen. Zij komen automatisch naar boven terwijl u…. proeft.

De mogelijke aroma’s zijn te vinden op de volgende pagina’s:

Kijk ook eens naar de aroma’s beschreven op het Wijnkeuringsrapport dat u kunt vinden op de download-pagina.

Cursus Wijnproeven en verwoorden

Hieronder staat een link naar een filmpje over de cursus “Wijnproeven en verwoorden” die wordt gegeven door Sidon Meekers en wordt georganiseerd de Wijnbouwers der Lage Landen.

fragment Wijnproeven en verwoorden

Item toegevoegd aan winkelwagen.
0 items - 0,00