Oktober 2013

Home » Kenniscentrum » Druiventeelt » Jaar in de wijngaard » Oktober 2013

Oogstmaand 

Het weer heeft in september met grote hoeveelheden neerslag hier en daar geleid tot flinke schimmelaantasting en tot de eerste tekenen van vluchtige zuren. De weersomslag vanaf 18 september, met zon en lage nachttemperaturen, heeft deze ontwikkeling weliswaar vertraagd maar niet gestopt.

In de trossen is in de regenachtige periode vanaf begin september minder mostgewicht aangemaakt. Vooral in groeikrachtige wijngaarden kunnen we kapotgedrukte bessen, schimmelaantasting en hier en daar wormen vinden. Wegens de algemeen voorkomende late rijping hoopt men voor oktober op een goede Altweibersommer [warm najaar]. De oogst is op veel plaatsen eerder begonnen dan verwacht. Wegens het lage mostgewicht werden de wijngaarden veelal eerst geschoond van aangetaste trossen. In het geval van problematisch oogstgoed moet er selectief geoogst worden. In wijngaarden met azijnzuur moet men onmiddellijk oogsten. De door azijnzuur aangetaste trossen moet direct voor de oogst weggesnoeid worden.

Zoals altijd bepaalt het oogstmoment de potentiële kwaliteit van de jaargang. Flexibele oogstplannen en een slagvaardige en doelgerichte aanpak bieden goede voorwaarden voor het creëren van een goede kwaliteit.

Het oogsten

Op dit moment begint overal de oogst. Voor het bepalen van het juiste oogsttijdstip zijn altijd exacte waarnemingen nodig. Om de potentie van een jaargang te benutten, is het nodig de opbrengst regelmatig te controleren op mostgewicht [Oechsle van het sap], zuren en ziekteverschijnselen. De trossen moeten uiterst nauwkeurig gecontroleerd worden. In dit jaar wordt het belang van de verhouding kwantiteit-kwaliteit weer eens benadrukt. De wijngaarden met een zeer hoge opbrengst blijven met hun mostgewicht duidelijk achter. Dit alles maakt de besluitvorming van de druiventelers (…) er niet eenvoudiger op, temeer omdat ze ook nog rekening moeten houden met de eisen die er gesteld worden vanuit de marketing.

Bij de oogst moet het vanzelfsprekend zijn dat de oogstemmers en –manden dagelijks gereinigd worden. Ter wille van de wijnkwaliteit moeten alle wijnboeren zorgen voor een vlot verlopende oogst en dito aanlevering van hun trossen. Het is geboden de trossen snel te verwerken. Bij hoge oogsttemperaturen is het vooral bij afwijkende aanvoerlijnen zaak ervoor te zorgen dat het oogstgoed koel aangeleverd wordt.
Ook voor de persen en de oogstmachines is het noodzakelijk alles dagelijks grondig te reinigen, teneinde de latere wijn de beste uitgangspositie te geven.

Extreme mostgewichten van gezonde druiven zijn ideale voorwaarden voor het produceren van Trockenbeerenauslesen en Eisweinen. De druivenzone wordt ontbladerd en met folies en netten beschermd tot de latere oogst.

Het bepalen van de rijpheid

Het bepalen van het soortelijk gewicht van de most dient regelmatig plaats te vinden. Zo ontstaat er inzicht in het toenemen van het soortelijk gewicht [mostgewicht]. Zodra de toename vermindert, moet men gaan nadenken over het moment van oogsten. Het soortelijk gewicht wordt vastgesteld met behulp van een steekproef van een stuk of honderd bessen die willekeurig gekozen worden uit de wijngaard. Let bij het nemen van de staal ook op schimmelaantasting en noteer het aantal aangetaste trossen. Zo kan ook de graad van schimmelaantasting bepaald worden. De honderd bessen worden geperst en met een refractometer of mostweger wordt het soortelijk gewicht bepaald. Een andere beoordelingwijze is het proeven van de druiven. Rijpe druiven smaken veel aromatischer dan weliswaar zoete, maar nog niet rijpe druiven.

Bodembewerking in de winter

In wijngaarden met ondergroei, voldoende groeikracht en weinig verdichting van de grond is een speciale bodembewerking niet nodig. Het nog maar weinig voorkomende aanaarden van de ent is in jonge aanplant nog steeds nuttig ter bescherming van de ent tegen vorst. Deze ‘wintervoor’ is in wijngaarden zonder ondergroei niet aan te raden. Door het ploegen van de aanaardingsvoor ontstaan er nu eenmaal verdichtingen in de bodem en de voor geeft in steil verlopende wijngaarden aanleiding tot erosie.

Loopt de groeikracht van de wijngaard terug door verdichting van de bodem dan kan door diepploegen de bodem gereactiveerd worden. Houdt er echter rekening mee, dat het succes van diepploegen afhangt van een geringe bodemvochtigheid. Een natte bodem kan niet door diepploegen bewerkt worden. Voorafgaand aan het diepploegen moet met de spade onderzocht worden waar de verdichting precies zit en wat de vochtigheidstoestand van de grond is. Het losmaken van de grond moet zo mogelijk gevolgd worden door het inzaaien van diepwortelende en snelgroeiende bodembedekkers. Is dit niet mogelijk wegens het tijdstip van het diepploegen, dan moet er een grof geploegd oppervlak blijven liggen dat in de winter kapot kan vriezen. (…)

Nieuwe aanplant

Economisch gezien is het voordelig het ruimen van wijngaarden zo vroeg mogelijk te doen. Het is belangrijk de oude aanplant met wortel en tak te verwijderen wegens het gevaar van Esca, virussen, druivenmoeheid, etc. Diepploegen bij nog droge bodem en het inzaaien van ondergroei leidt tot humusvorming. Ook bestaat de mogelijkheid de bodem te laten stukvriezen als er in het volgende jaar weer nieuwe aanplant moet komen.

Het werk na de oogst

Na de oogst is het werk in de wijngaard afgelopen. Alleen de vogelnetten moeten nog opgeruimd worden. (…) Toch moet de wijngaard niet verwaarloosd worden: bepaalde bladverkleuring kan duiden op schadelijke mijten en het moment van de bladval en het afrijpen van het hout geven aanwijzingen voor de vitaliteit van de wijngaard.

Bron: WINZERPRAXIS.DE © 2009 Verlag Eugen Ulmer, Stuttgart
Werk in de Wijngaard 10, Oktober 2013
Auteur: Tim Ochβner
Vertaling: PS

Item toegevoegd aan winkelwagen.
0 items - 0,00