Onlangs aangeplante stokken moeten zo snel mogelijk voorzien worden van geleidestaven of –stokken en plantenkokers om vraatschade door wild te voorkomen. Reeds bij het zwellen van de knoppen worden deze op één na weggebroken, zodat er een zo recht mogelijke stam ontstaat. Door deze scheut zo lang mogelijk te laten worden, ontstaat er in de stam zoveel mogelijk goed uitgerijpt hout. Het consequent dieven van deze scheut bevordert de lengtegroei, waardoor hij volgend jaar op stamhoogte afgesnoeid kan worden. Vakkundig aanbinden tot aan de eerste draad is een voorwaarde voor een rechte stam.
Het gebruiken van plantenkokers is nuttig op minder vruchtbare plaatsen evenals bij aanvullende of vervangende aanplant tussen oudere stokken. Tevens vormen ze een bescherming tegen het spuiten met herbiciden.
De plantenkokers moeten stevig in de grond geplaatst worden om aan de binnenkant een gunstig microklimaat te laten ontstaan. Bemesten is in normale gevallen niet nodig. De plant voorziet zich van stikstof door het mineraliseren van organische stoffen. Desondanks wordt er vaak mest aan de jonge plant gegeven. Door het hoge plaatselijke zoutgehalte raakt de plant echter in zware stress. Vooral de wortels kunnen beschadigd worden.
In ongunstige weersomstandigheden zoals droogte of koude kan het gunstig zijn bladvoeding te geven. (…) Vanaf het uitlopen is het toepassen van gewasbescherming nodig om de 8 tot 10 dagen. Let erop dat de spuitvloeistof de roofmijten ontziet.
Tegen de bladkrulmijt (Kräuselmilbe) kunnen preparaten op basis van plantaardige olie gebruikt worden. [Zie ook ‘Werk in de Wijngaard’ van april 2014.]
Vanuit volgroeide wijngaarden kunnen de roofmijten overgebracht worden naar jonge aanplant met behulp van de afgesnoeide overbodige scheuten.
Bij droogte is het goed regelmatig 5 liter water per stok te geven. Afdekken van de bodem met organisch materiaal gaat het verdampen van water en de erosie van de nog kale bodem tegen. Tevens worden gras en onkruid onderdrukt.
Het inzaaien van ondergroei in jonge aanplant moet pas in juli of augustus plaatsvinden om concurrentie om ruimte en water te vermijden. Anders bestaat het risico van ‘bonsai-groei’. Bij voorkeur zaait men dan diepwortelende en bodemlosmakende soorten als boekweit, lupine, wikke of de Wolff-Mischung. [Zie ook ‘Werk in de Wijngaard’ van april 2014.]
Uitdunnen van volwassen stokken
Het doel van het tijdig verwijderen van dieven is het vormen van een luchtige loofwand van 10 tot 14 scheuten per strekkende meter. Wil men klassewijn maken dan is de helft van dat aantal genoeg. De bemesting moet dan wel aangepast worden om overmatige groei te voorkomen.
Het ideale moment voor het verwijderen van de dieven is vanaf het driebladstadium, omdat de scheutjes dan makkelijk te verwijderen zijn. Het is het eenvoudigst alle naar beneden groeiende scheuten er in één beweging langs de strekker of boog van af te wrijven. Dit werk levert voordeel op in de drukke tijd van het aanbinden van de scheuten in juni en juli: er valt minder aan te binden. En in de winter valt er minder snoeihout te verwijderen. Dubbele scheuten en kommerscheuten benemen de hoofdscheuten hun mineralen en moeten daarom stelselmatig verwijderd worden.
Op de kop van de stam moeten er één of twee scheuten uitgroeien als vervanghout voor het volgende jaar. Op de stam moeten alle scheuten worden verwijderd die niet nodig zijn voor het opbouwen van de stok.
Losse trossen krijgt men door 10 tot 14 dagen vóór de bloei doelgericht de onderste vier of vijf bladeren van de scheut te verwijderen. Dit veroorzaakt een sterkere misbloei en kleinere bessen. Later zijn de trossen minder gevoelig voor botrytis en beter van kleur. Vooral sterk groeiende wijngaarden zijn geschikt voor deze ingreep doordat zij leidt tot sterke stress – 25 tot 35% van het assimilatieoppervlak [blad] wordt verwijderd – en ze kan ook als rem op te sterke groei gebruikt worden. In wijngaarden met een losse trosstructuur is het voldoende direct na de bloei de onderste twee of drie bladeren te verwijderen.
Bron: WINZERPRAXIS.DE © 2008-2013 Verlag Eugen Ulmer, Stuttgart
Werk in de Wijngaard 5, Mei 2014
Auteur: Siegfried Hundinger
Vertaling: P.S. voor de Wijnbouwers der Lage Landen