Wintersnoei
Overwegingen vooraf
Snoeien is méér een activiteit van de hersenen, dan van de handen…!!!
Loop het hele jaar, maar vooral ook voorafgaande aan de snoei, door je wijngaard en bestudeer hoe de stokken reageerden op de vorige snoei. Als je je wijngaard en rassen kent, en de wintersnoei goed voorbereidt en uitvoert dan vereenvoudigt dat de snoei in opvolgende jaren.
Elke stok is anders en kost veel denkwerk… | Keurig in het gelid; eenvoudig te snoeien en uit te buigen. |
Nb.
- houdt rekening met vervanging van afgestorven stokken door afleggen van scheuten (voordat je deze afsnoeit).
- houdt rekening met zieke scheuten (botrytis, zwarte vlekkenziekte). In deze gevallen moeten de zieke scheuten worden verwijderd, ook al waren ze bedoeld als vervangingsscheut.
- Waarschuwing: Het afgelopen jaar zijn we door leden een aantal malen benadert met vragen over plotselinge uitdroging en afsterven van scheuten en stokken. In een aantal gevallen lijkt een niet te behandelen bacterieziekte de oorzaak. Preventie is wel mogelijk, en wel door uw snoeimateriaal regelmatig te ontsmetten.
Daarom willen we al onze leden die het afgelopen jaar hiermee te maken hebben gehad vragen om hun snoeimateriaal regelmatig te ontsmetten voor en tijdens gebruik. Wil je dat goed doen, dan moet je met twee snoeischaren werken: eentje staat in een pot met spiritus en met de ander snoei je. Bij elke nieuwe plant verwissel je de snoeischaren.
Tijdstip van snoei
Het optimale tijdstip is
- ná bladval (i.v.m. met de terugwinning en opslag van nutrienten uit het blad),
- zo kort mogelijk voor uitloop (i.v.m. minimaliseren kans op vorstschade van gesnoeide stokken en van ogen doordat een late snoei de uitloop vertraagd).
Om praktische redenen (omvang van de wijngaard en daarmee de dagen nodig voor de snoei) houdt men de volgende richtlijnen aan:
- na een vorstperiode (omdat de stok tot rust moet zijn gekomen),
- laatste kwartier van februari (i.h.a. na strenge vorstperioden, afwezige/geringe sapstroom),
- niet bij vorst,
- niet bij regen (zodat snoeiwonden snel indrogen, sluiten en minder kans bieden aan schimmels),
- oude stokken eerst, jonge stokken laatst (evt. vlak voor uitlopen, i.v.m. vorstgevoeiligheid),
- vorstgevoelige stokken later snoeien (late snoei betekend later uitlopen),
- vroege rassen later snoeien (zie boven).
Typen snoei
Opties;
- cordon; enkel of dubbel, hoog of laag,
- guyot; enkel of dubbel, hoog of laag.
Keuze snoeiwijze o.b.v.
- druivenras (hybride rassen eerder Guyot i.v.m. verminderde opbrengst na aantal jaar cordon-snoei).
- gezondheid stok (minder sterke stokken eerder cordon i.v.m. afrijping 1e jaars scheuten, voorraad energie en groeistoffen in oude hout).
Keuze hoog/laag o.b.v.
- druivenras; rechtop/hangende groeiwijze.
- vorstgevoeligheid; boven vorstgrens bij gevoelige rassen.
- arbeidsomstandigheden bij snoei/oogst; gebukt of staande.
- ruimte; hoge snoei vereist grotere rijafstanden.
Doel
Denk voorafgaande aan de snoei na over het doel van de snoei; wat wil men bereiken?
Snoei gericht op groei
Gedurende de eerste drie à vier jaren is de snoei gericht op het opkweken van de druivenstok:
- 1e jaar (jaar van planten); dikte kweken. Een scheut opkweken tot pm 150 cm en toppen.
- in 1e winter; indien dikker dan potlood, terugsnoeien naar 10cm onder de onderste draad.
- in 2e jaar; stam + drie scheuten opkweken en trossen verwijderen.
- in 2e winter; één scheut uitbuigen, tweede terugsnoeien naar twee ogen, rest verwijderen.
- in 3e jaar; alle trossen verwijderen. Vruchtscheuten opbinden.
Nb.
- laat enkele bladeren aan de stam voor extra dikte groei.
- uitbuigen bij zonnig (niet te koud=géén vorst) weer i.v.m. de kans op breken van de scheut.
- Rassen als Dornfelder en Acolon zijn extra gevoelig voor breken.
- eventueel (maximaal) 2 trossen per rank (vruchtscheut), geen bij vervangingsscheuten.
Snoei gericht op opbrengst
Vanaf de 3e à 4e winter is de snoei gericht op het verkrijgen van een regelmatige opbrengst:
- jaar van eerste opbrengst baseren op de groeikracht van het druivenras (bijv. Solaris vs Johanniter),
- verkrijgen van balans tussen opbrengst (en rijping van de trossen) en groeikracht,
bron: André Meyermans uit Scherpenheuvel, oud-leraar aan de tuinbouwschool van Leuven.
Cordon-snoei
Voordelen:
- Grote stokafstanden zijn mogelijk,
- Door het vele oude hout wordt de kans op misbloei kleiner en heeft de stok in de lente een voorsprong door de aanwezigheid van reservestoffen,
- De houtafrijping is niet zo van belang omdat de onderste twee tot drie ogen altijd wel afrijpen.
Nadelen:
- Niet alle soorten zijn geschikt voor deze methode,
- De snoei is moeilijker. Indien een stok uitvalt treedt er een groot gat op wat niet zomaar weer opnieuw opgebouwd is,
- De opbouw na de aanleg duurt langer waardoor de eerste oogst later valt,
- Na 6 tot 10 jaar moet de ligger verjongd worden.
Keuzes:
- keuze voor enkel/dubbel Cordon;
Uitvoering:
- stiften pm elke 15 à 20 cm. Dubbele afstand t.o.v. normale afstand tussen ogen omdat uit stiften vaak meerdere scheuten ontstaan en de loofwand niet te dicht mag groeien.
Nb.
- bij hybride rassen meer ogen per stift (hogere ogen dragen beter vrucht).
- bij hybride rassen lijkt de vruchtbaarheid van oudere cordon armen af te nemen, waardoor de opbrengst verminderd.
Guyot-snoei
Voordelen:
- Redelijk gemakkelijk uit te voeren,
- De vruchtbaarste ogen (midden op de scheut) worden behouden,
- Omdat er veel oud hout verwijderd wordt blijven er eventueel weinig ziektekiemen en schimmelsporen aanwezig.
Nadelen:
- Het hout is niet altijd voldoende afgerijpt over de volle lengte,
- Minder reservestoffen blijven behouden.
Keuzes:
- keuze voor enkel/dubbel Guyot; behoudt minstens één danwel twee vervangingsscheuten,
- keuze voor vlak/boog; bepaalt de afstand tussen de trossen (vertikaal/horizontaal).
Uitvoering:
- kies altijd één extra vervangingsscheut i.v.m. het gevaar op breken bij het uitbuigen.
- verwijder vervolgens de oude scheut (alleen als vervangingsscheut(en) beschikbaar is(zijn), ga anders over op Cordon-snoei).
- kort de vervangingsscheut(en) in tot de gewenste lengte;
normaal zijn pm. 8 tot 10 knoppen gewenst; deze geven evenzoveel scheuten en met twee trossen per scheut, een totaal van 16 tot 20 trossen per stok.
Kies minder ogen als meer groeikracht is gewenst. Dit geeft ook minder opbrengst en meer schaduw. Maar ook dikkere scheuten, waardoor de vervangingsscheut het volgende jaar moeilijker is uit te buigen.
Kies meer ogen als de groeikracht moet worden getemperd. Dit geeft ook iets meer opbrengst, maar ook later afrijpende trossen.
Nb.
- de groeikracht is ook afhankelijk van het druivenras, de gezondheid van de stok en de vruchtbaarheid van de grond.
- vervangingsscheuten kunnen verticaal blijven staan tot uitbuigen mogelijk en nodig is.
- bij uitbuigen rekening houden met de (on)buigzaamheid van de scheut. Eventueel kiezen voor een pendelboog of V-vorm. Buigen niet forceren i.v.m. risico op breuk. Rassen als Dornfelder en Acolon zijn extra gevoelig voor breken.
Zie ook onze meer gedetailleerde beschrijving van Guyot-snoei.
Hoe te snoeien
- zorg voor een goede en scherpe snoeischaar (die door voldoende dikte kan knippen),
- gebruik een scherpe takkenschaar voor de snoei van dikkere takken/armen,
- snoei minstens 1 cm voorbij een oog i.v.m. indrogen van de scheut,
- scheuten schuin afknippen zodat de sapstroom op de grond druppelt i.p.v. over de stam loopt,
- controleer scheuten bij twijfel over de levensvatbaarheid (sommige scheuten lijken goed verhout, maar zijn in feite dood). Het centrale deel van de stam moet groen zijn.
- houdt vervangsingsscheuten kort; de bovenste ogen van een scheut lopen het beste uit.
- houdt vervangsingsscheuten kort bij de vruchtscheuten; bij een te grote afstand lopen de ogen van de vervangsingsscheut niet (goed) uit.
Stam/kop vorming
Bij het vormen van de stam moet men proberen een rechte stam te vormen.
- de eerste jaren helpt geleiding langs een (bamboe)stok.
- een te zware belasting van een jonge stok, zeker bij een slappe geleiding, leidt tot doorbuigen.
- voorkom “hertegeweien”: behoudt alleen vervangingssheuten vanuit of kort op de stam. Vermijdt vervangingsscheuten uit het vruchthout van het voorgaande jaar.
Nb. Een jonge stam vormt makkelijker nieuwe scheuten uit ogen aan de zijkant van de stam terwijl ogen uit de kop het meest gewenst zijn. Maar vorming van kopscheuten kost tijd; de stam moet eerst een bepaalde omvang bereikt hebben voordat hier voldoende slapende ogen beschikbaar zijn.
Twee vruchtscheuten op het vertikcale deel van de scheut van vorig jaar resulteert in “Hoogbouw”. De vervangingsscheut is te laag en zal slecht uitlopen. | Een goed voorbeeld van één vruchtscheut en een éénogige vervangingsscheut bij een halfboog Guyot snoei. |
Overige opmerkingen
- gezond snoeihout kan prima dienen als bemesting door deze na de snoei in de wijngaard te laten liggen en te versnipperen/mulchen.
- ziek snoeihout volledig uit de wijngaard verwijderen.
Tenslotte
Elk jaar organiseert de werkgroep Wijnbouw een Cursus Wintersnoei. Hier wordt behalve aan de theorie, ook ruime aandacht gegeven aan de praktijk van de wintersnoei.
Hieronder staat een link naar een filmpje over de cursus "Wintersnoei" die is gegeven door Ron Langeveld en wordt georganiseerd de Wijnbouwers der Lage Landen.
Een goede beschrijving met veel foto’s van de wintersnoei is ook te vinden op Wijnbouw.nl-wintersnoei.
Werkgroep Wijnbouw, revisiedatum 27-jan-2014