Ziekteherkenning en levenswijze schimmels
8 Schimmelziekten
Inleiding
Als wijnboer moet je van vele markten thuis zijn. Naast de opkweek van de wijnstokken is ook het gezond houden van de planten zeer belangrijk. Elk jaar liggen schimmels op de loer die onze planten kunnen aantasten. Dit heeft soms desastreuze gevolgen voor de oogst. Daarvoor is een goede kennis van de diverse schimmelziekten van belang. Wanneer treden deze schimmels op? Wat zijn gunstige omstandigheden? Hoe kunnen we ze herkennen? Hoe moeten we bestrijden? Al deze vragen met betrekking tot de belangrijkste schimmelzieken komen in dit hoofdstuk aan de orde.
Sommige rassen zijn zeer gevoelig voor schimmels zoals Müller Thurgau, Kerner, Dornfelder. Deze rassen zijn niet zonder bespuitingen te telen. Gelukkig zijn er steeds meer schimmeltolerante rassen beschikbaar die ook goede wijnen opleveren. Maar ook voor deze rassen geldt dat men zeer waakzaam moet zijn. Volledige resistentie bestaat niet en rassen die geen last leken te hebben, kunnen opeens wel vatbaar worden. Ook de schimmels passen zich aan.
In dit hoofdstuk bekijken we ook de preventieve maatregelen en het leren omgaan met de schimmelaantastingen. Hiermee wordt bedoeld het kunnen herkennen van de symptomen en het inschatten van de schadelijke gevolgen. We behandelen de twee belangrijkste schimmelaantastingen, de valse en de gewone meeldauw, de grijze rot oftwel botrytis en nog een enkele minder gangbare schimmelaantastingen. De nadruk zal liggen op het determineren van de aantasting en het adequaat reageren daarop.
Door wijnbouwers wordt vaak een spuitschema gehanteerd waarbij niet gekeken wordt of er schimmels optreden, maar dat gebaseerd is op een vast schema om schimmels geen kans te geven. We noemen dit routine-bespuitingen.
Meestal betekent dit dat er zeer veel spuitbeurten toegepast worden (7 – 10 per seizoen) wat soms helemaal niet nodig is. Schimmels krijgen alleen een kans bij bepaalde weerkundige omstandigheden dat versterkt kan worden door het microklimaat in de wijngaard. Door een verwaarlozing van de loofwand kan de vochtigheid tussen de scheuten oplopen, er treedt te weinig licht binnen en de wind kan moeilijk de binnenste bladeren bereiken. Onder deze omstandigheden kunnen schimmels zich snel vermeerderen en kan een aantasting uit de hand lopen.
Bovendien wordt het steeds moeilijker om spuitmiddelen toe te passen. Sommige middelen zijn (of worden in de toekomst) verboden, bij andere gelden er maxima voor de toegestane hoeveelheden. Er worden door de overheid steeds strengere eisen gesteld zodat we moeten zoeken naar alternatieven en een efficiënt schimmelbestrijdingsprogramma.
Alternatieven vinden we bijvoorbeeld in de toepassing van schimmeltolerante (resistente) rassen. Vele wijnbouwers hebben daar zeer goede ervaringen mee. De teelt verloopt in het algemeen probleemloos, ook de wijnkwaliteit is zeer goed en er komen nog steeds nieuwe rassen bij. Zeker de mensen die nieuw gaan inplanten, kunnen eigenlijk niet om resistente rassen heen. De mogelijkheden zijn zeer uitgebreid en je bespaart je een hoop werk, ergernis, geld en bovenal: je spaart natuurlijk het milieu. Bij een bestaande aanplant van “niet resistente” rassen is het belangrijk om je te verdiepen in het hoe en waarom van de schimmel; wanneer valt een aantasting te verwachten, hoe kan ik die herkennen, wanneer moet ik ingrijpen en op welke manier, welke spuitmiddelen zijn het best geschikt, bestaan er preventieve biologische spuitmiddelen et cetera.
Schimmelziekten
De voor ons belangrijkste schimmelziekten zijn
Tot slot
Eigenlijk moetje ervoor zorgen datje de schimmelaanvallen op een natuurlijke manier de baas blijft: kies voor gezonde (schimmeltolerante) rassen, besteedt veel aandacht aan het opbinden en de zomersnoei zodat de loofwand luchtig blijft en voldoende zonlicht ziet. Gezonde, goed groeiende planten hebben veel minder last van schimmels.
Zorg voor een biologisch biotoop met nuttige insecten. Bemest ook niet te veel, dat geeft alleen maar extra loof.
Filmpje
Op dit filmpje van de Universiteit van Karlsruhe is een microscoop opname te zien van de besmetting door valse meeldauw. De conclusie is dat de eigenlijke besmetting van de plant via een huidmondje al binnen 10 minuten plaatsvindt.
Literatuur