Bodembedekkers
Doel
Bodembedekkers spelen een belangrijke rol bij het verbeteren en instand houden van een bodem door organisch materiaal en/of stikstof toe te voegen en bodemerosie tegen te gaan. Met de juiste keuze van de onderbegroeing kunnen de volgende doelen worden gerealiseerd;
Wortelzone:
- Noodzakelijke grondbewerking: openbreken van de grond;
- Stabiele kruimelstructuur in de bovengrond, humusgehalte (2-4%);
- Humus en vegetatiebeheer: toename organische massa en stikstof;
- Minder verdichting van bodem;
- Geen grenslagen;
- Goede worm activiteit.
Water/luchthuishouding:
- Verbeterde doorlaatbaarheid van de bodem;
- Verbeterde opslag van water en voedingsstoffen;
Daarnaast kunnen bodembedekkers bodemerosie voorkomen.
Soorten
Bodembedekkers kunnen worden verdeeld in drie groepen;
- grasachtigen,
- vlinderbloemigen/peulen ("legumes") en
- niet-vlinderbloemigen.
Wanneer het doel van de bodembedekker bekend is, dan kan de meest optimale keuze worden gemaakt (zie de tabellen onderaan het artikel). Tegenwoordig zijn ook kant en klare mengelingen beschikbaar.
Grasachtigen
Grassen
Grassen hebben een fijn, vezelig wortelsysteem dat goed geschikt is om de grond vast te houden en de structuur te verbeteren. Grassen leggen geen stikstof afkomstig uit de atmosfeer vast. maar halen stikstof uit de grond waardoor zij geschikt zijn om een stikstof overschot te verminderen en de groei van druiven te temperen.
Voorjaarsgranen
Voorjaarsgranen worden bij voorkeur aan het einde van de zomer of in de vroege lente geplant. Zij zorgen voor een goede bodembedekking en geven, na omploegen, de grootste hoeveelheid biomassa voor de bodem
Wintergranen
Wintergranen zijn zeer veelzijdig. Indien geplant in de zomer, zullen ze dik groeien als bescherming tegen de koude. Geplant in de herfst zorgen ze voor een goede bescherming tegen bodemerosie gedurende de winter en de lente. Ze kunnen ook worden gebruikt als windscherm, of na maaien, als langzaam vrijkomende bemesting.
Grassen voor warme klimaten
Grassen voor warme klimaten, zoals sorgo en gierst, kunnen het best worden geplant in een warme bodem gedurende juni, juli en augustus. Ze zijn zeer gevoelig voor vorst (wat een natuurlijke manier is om deze gewassen weer te verwijderen). Zowel ondergronds als bovengronds is de groei weelderig. Maaien op een hoogte van 15 cm om hergroei te bevorderen. Soms is enige stikstof nodig voor een goede groei.
Vlinderbloemigen
Vlinderbloemigen zijn in staat om stikstof uit de lucht vast te leggen. De opnamecapaciteit verschilt per soort, maar over het algemeen leggen soorten die in de hoogte groeien meer stikstof vast. Soorten als klaver zijn ook geschikt om een stikstof overschot in de bodem te reduceren.
De vrijgave van stikstof kan onregelmatig zijn. Een overschot van stikstof laat in het seizoen kan leiden tot een sterke vegetatieve groei en een slechte fruit rijping.
Sommige vlinderbloemigen, zoals luzerne of rode klaver, hebben Daarnaast zijn vlinderbloemigen geschikt als bescherming tegen erosie, maar dit vereist meestal meer dan één groeiseizoen.
Niet-vlinderbloemige breedbladige gewassen
Deze breedbladige gewassen kunnen geen stikstof uit de lucht vast leggen, maar ze kunnen grote hoeveelheden vastleggen uit de bodem. De groei is slecht bij lage percentages stikstof in de grond of bij ernstige verdichting van de bodem. Deze gewassen zijn niet winterhard.
Laat deze gewassen geen zaad schieten omdat ze dan een ‘onkruid’ probleem zullen vormen.
Mengelingen
Door de positieve eigenschappen van verschillende plantsoorten te combineren in een mengeling kunnen de voordelen worden geoptimaliseerd. Verschillende mengelingen zijn inmiddels beschikbaar.
Zaai elke 2 a 3 jaar opnieuw in om de soorten rijkdom te behouden.
De begroeing wordt hoog gemaaid of, bij voorkeur, plat gewalst. Walsen helpt met name in droge perioden de planten de overleven terwijl tegelijkertijd de (water) concurentie met de druivenstokken wordt verminderd.
Wolff-mischung
Een speciaal mengsel dat als onderbegroeiing in wijngaarden of tussen ander klein en groot fruit kan worden gezaaid. In Duitsland bekend als "Wolff Mischung". Het mengsel bevat veel voedinginbrengende planten. Verder geeft het beschutting voor vogels, lokt bijen door een lange bloeiperiode en misleidt ongedierte (door de aanwezigheid van kruiden). Nadeel van de "Wolff Mischung" is dat deze vrij hoog opgroeid. De samenstelling bestaat uit (zie Feldsaaten Freudenberger, Biosaatgut):
Geadviseerde zaaihoeveelheid = 40kg/ha. |
![]() |
Rummel mischung
Het kruidenmengsel dat is ontwikkeld door de biologische wijnboer Klaus Rummel bevat verschillende soorten klaver, zoals luzerne, rode klaver, inkarnaatklaver, en venkel, pimpernel, bernagie, dille, koriander, komijn, goudsbloem. Dit bevordert de wortelgroei in de grond, verbetert de bodembiologie en daarnaast verhoogt het de diversiteit aan planten en levert het een habitat voor vele dieren. |
Begrünungsgemenge der Fa. Freudenberger-Saaten
De samenstelling bestaat uit;
- Rotklee 10,0 %
- Weißklee 13,0 %
- Perserklee 10,0 %
- Esparsette 10,0 %
- Gelbklee 7,0 %
- Luzerne 10,0 %
- Hornschotenklee 10,0 %
- Wiesenrispe 3,0 %
- Lieschgras 10,0 %
- Deutsches Weidelgras 7,0 %
- Rotschwingel 3,0 %
- Wildkräutergemenge 7,0 %
Zaai elke 2 a 3 jaar opnieuw in om de soorten rijkdom te behouden. Geadviseerde zaaihoeveelheid = 30kg/ha.
Keuze voor de bodembedekker
- Nematode suppression is specific to the variety of cover crop and the species of nematode.
Table 1. Selecting a Cover Crop.
Function of the Cover Crop
|
Best Choice for Cover Crop
|
---|---|
Nitrogen production
|
Red clover or vetch
|
Nitrogen scavenging
|
Fall uptake – oilseed radish and other brassicas, oats
Winter/spring uptake – rye, winter wheat |
Weed suppression
|
Oilseed radish and other brassicas, winter rye
Buckwheat |
Nematode suppression1
|
Cutlass mustard
Sudans/sorghums – Sordan 79, Trudan 8 Pearl millet – CFPM 101 Marigold – Crackerjack, Creole Oilseed radish – Adagio, Colonel |
Soil structure building
|
Oats, overwintered winter rye
|
Compaction elimination
|
Alfalfa, sweet clover
|
Biomass return to soil
|
Fall – oats, oilseed radish
Summer – millets, sorghum, sudan |
Erosion protection
(wind or water) |
Winter rye, winter wheat, ryegrass (well established)
|
Table 2a. Characteristics of Cover Crops; Grasses.
Grasses
|
Spring cereals
|
Winter wheat | Winter rye | Sorghum sudan | Pearl millet | Ryegrass |
---|---|---|---|---|---|---|
Seeding Rate
kg/ha1 |
100-125
|
100-130 | 100-125 | 50 | 4 | 12-18 |
Seeding Time
|
Mid-Aug-Sept
|
Sept-Oct | Sept-Oct | Jun-Aug | Jun-Aug | Apr-May or Aug-early Sept |
Min. Germination
Temp. C (F) |
9 (48)
|
3 (38) | 1 (34) | 18 (65) | 18 (65) | 4.5 (40) |
Nitrogen:
Fixed (F) or Scavenged (S)2 |
S
|
S | S | S | S | S |
Overwintering Characteristics
|
killed by heavy frost
|
overwinters very well | overwinters very well | killed by frost | killed by frost | annual, Italian partially survive; perennial over-winters |
Building Soil Structure
|
good
|
good | very good | good | good | very good |
Weed Suppression
|
good
|
good | very good | good/fair | good/fair | fair/poor |
Nematode Rating3
Lesion/rootknot |
+/-
|
+/nh | +4/nh | nh3/- | nh3/nh3 | -/- |
Growth Rate | very fast | fast | very fast | very fast | fast | slow establishment |
Root Type | fibrous | fibrous | fibrous | coarse fibrous | coarse fibrous | fibrous |
Table 2b. Characteristics of Cover Crops; Broadleaf Legumes.
Broadleaf Legumes
|
Hairy vetch
|
Red clover | Sweet clover | Soybeans | Field Peas |
---|---|---|---|---|---|
Seeding Rate
kg/ha1 |
20-30
|
8-10 | 8-10 | 40-50 | 40-100 |
Seeding Time
|
Aug
|
Mar-Apr | Mar-Apr | Aug | Jul-early Sept |
Min. Germination
Temp. C (F) |
15.6 (60)
|
5 (41) | 5.5 (42) | 8 (46) | 5 (41) |
Nitrogen:
Fixed (F) or Scavenged (S) 2 |
F/S
|
F/S | F/S | F/S | F/S |
Overwintering Characteristics
|
overwinters
|
overwinters | overwinters | killed by frost | killed by heavy frost |
Building Soil Structure
|
good
|
good | good | poor | poor |
Weed Suppression
|
fair/poor
|
fair | fair | good/fair | good/fair |
Nematode Rating3
Lesion/rootknot |
++/+
|
++/+++ | -/- | +/+ | -/- |
Growth Rate | slow establishment | slow establishment | slow establishment | fast | fast |
Root Type | tap with secondary fibrous | weak tap/ fibrous | strong tap | tap | weak tap/fibrous |
Table 2c. Characteristics of Cover Crops; Non-legume Broadleaf
Non-legume Broadleaf
|
Buckwheat
|
Oilseed Radish6
|
Other Brassicas6
i.e. mustard, forage radish |
---|---|---|---|
Seeding Rate
kg/ha1 |
50-60
|
10-14
|
varies with species
|
Seeding Time
|
Jun-Aug
|
Mid-Aug-early Sept
|
Mid-Aug-early Sept
|
Min. Germination
Temp. C (F) |
10 (50)
|
7 (45)
|
5-7
(41-45) |
Nitrogen:
Fixed (F) or Scavenged (S)2 |
S
|
S
|
S
|
Overwintering Characteristics
|
killed by first frost
|
killed by heavy frost
|
species depend-ent, many killed by heavy frost
|
Building Soil Structure
|
poor
|
fair
|
fair
|
Weed Suppression
|
very good
|
very good
|
very good
|
Nematode Rating3
Lesion/rootknot |
+++/nh
|
–3/-3
|
–3/-3
|
Growth Rate |
fast
|
fast
|
fast
|
Root Type |
weak tap/fibrous
|
moderate tap
|
moderate tap
|
Nematode Rating Codes: – = poor or non-host; + = ability to host; nh = non-hosts.
- 100 kg/ha = 90 lb/ac.
- Oilseed radish, buckwheat and the grasses do not fix nitrogen from the air but are scavengers of nitrogen from soil and manure applications.
- Varietal differences in cover crop species may affect nematode reaction.
- Rye whole season rating would be higher.
- Some diseases caused by Pythium and Phytophthora can be more severe after legume cover cropping.
- Oilseed radish and other Brassica crop residues can be toxic or allelopathic to subsequent crops if the following crop is planted too closely after incorporation of the cover crop. Allow the cover crop residues to break down or desiccate before planting the next crop.
Bronnen:
- Publication 360, Fruit Production Recommendations: Cover Crops, Ontario ministry of agriculture, food and rural affairs.
- Wichtige Begrünungspflanzen, Oekolandbau.de
- Dauerbegrünung im Weinbau, LVWO Weinsberg (2002)
- Dauerbegrünung im ökologisch orientierten Weinbau, LVWO Weinsberg (1999)
- Biowein von Rummel – ein Gläschen Nachhaltigkeit
Revisiedatum: 13/9/2013, Bart van Hest