Uvaferm 228
Soort | Saccharomyces cerevisiae cerevisiae |
Wijn | wit |
Algemene beschrijving |
Gist met veel respect voor de soorteigen aroma’ s van het fruit. Alleen gebruiken bij goed rijp fruit, goed voorklaren. Geeft in goede omstandigheden een klassewijn. Aroma’s met kruidig boeket. Druivenrassen: Druiven met muskaataroma’ s zoals Müller-Thurgau, Bacchus, Riesling, Silvaner, Optima, Ortega, Gutedel (Chasselas), Weißer Burgunder (Pinot Blanc), Grauer Burgunder (Pinot Gris), Traminer, Morio-Muskat, Phoenix en andere muskaatsoorten. Van de schimmeltolerante soorten doet Johanniter het prima met deze gistsoort, zo bleek in 2009 uit het gist/druivenras-experiment van onze werkgroep vinificatie. |
Killer | nee |
Temperatuurbereik | Startertemperatuur: 35 – 40°C; Temperatuur: 15 – 18°C (koude gist, maximaal 25°C. Hoe lager de temperatuur, hoe beter de wijn) |
Voedingsbehoefte | zeer hoog;
|
Alcoholtolerantie | tot 14 %. |
Eigenschappen |
|
Ongewenste nevenproducten |
|
Overige nevenproducten |
|
Dosering | 20 – 40g / 100L |
Bewaren | Koel en droog bewaren. Maximaal 1 jaar. |
Advies giststarter: Temperatuur van de starter dient 35 – 40 graden te bedragen. 15 minuten laten rehydreren en dan aan de most toevoegen.
Revisiedatum: 28-08-2012
Via een bevriende wijnbouwer (Weingut Lischer) uit Duitsland ontvingen we de tip om de aanbevolen dosering van deze gist te verdubbelen tot 4g/10L. De reden hiervoor is dat de gist anders de neiging heeft om de wijn niet droog te vergisten, zodat er een restzoet(je) achterblijft.
Ook hij gaf aan dat deze gist geschikt is voor druivensoorten zoals Phoenix en Johanniter.