Wijnbouwagenda
Opmerkingen:
- de kolom “Stadium” beschrijft het stadium van de groei van de druivenstok waarin de activiteit kan worden uitgevoerd. De getallen bij het stadium/ de code verwijzen naar de pagina Ontwikkeling van de wijnrank.
- de kolom “Periode” geeft (voor een gemiddeld jaar) de periode in het jaar weer die overeenkomt met het groeistadium.
- zie voor details m.b.t. de uitvoering de pagina Praktische gewasbescherming.
- Gedrurende hele groeiseizoen: bijhouden van de onderbegroeing.
Stadium | Code | Periode | Groeikenmerk | Aktiviteit | Uitvoering | Opmerking |
0 | Groei | |||||
00 | 00 | februari | Vegetatierust | Wintersnoei | – Laatste kwartier februari. – Na 15 febr of na zware vorstperiode, – weer: droog,geen vorst, geen matige nachtvorst (t<-5oC) |
|
Buigtakken 20 cm langer laten | Later op lengte snoeien. | |||||
Vermeerdering | stekken op basis van snoeihout. | |||||
Bemesting | ||||||
Bodembewerking | Geen. | Tot half mei bodem niet bewerken i.v.m. kans op vorst. | ||||
Onderbegroeing | Gras kort houden | om effecten van nachtvorst te beperken | ||||
Onkruidbestrijding | ‘Finale 14SL’ of ‘Basta 200’ gebruiken tegen onkruid. | |||||
00 | 00 | februari – maart | Voor het zwellen van de knoppen | Winterbespuiting | Minerale olie tegen mijten | kort: 100-300 ml parafineolie (1-3%) of 200 ml raapzaadolie (2%) of 100-300 ml minerale olie (1-3% vgl voorschrift fabrikant) per 10 liter water. |
01 | 01 | maart | Begin van het zwellen van de knoppen | Voorjaarsbespuiting | Tegen echte meeldauw | kort: spuiten met per 10 liter water: 100 gram zwavel en 20 gram waterglas. Deze bespuiting is ook werkzaam tegen galmijten, kroesmijten en zwarte vlekken ziekte (phomopsis). |
begin mei | Jonge planten niet te vroeg terugsnoeien. | |||||
03 | Einde van het zwellen van de knoppen | |||||
05 | 05 | Wolstadium | ||||
07 | Uitlopen van de knoppen | |||||
09 | 09 | Knoppen breken open | ||||
1 | Bladontwikkeling | |||||
11 | 11 | Eerste blad ontvouwt zich | ||||
12 | tweede blad | |||||
13 | 13 | april | derde blad | Spuiten | spuitzwavel + waterglas | kort: spuiten met per 10 liter water: 60 gram zwavel en 10 gram waterglas |
14 | vierde blad | |||||
15 | 15 | vijfde blad | ||||
16 | zesde blad | Loofwandbeheer | In deze periode worden dubbelscheuten en achterblijvende scheuten verwijderd. | |||
17 | zevende blad | Spuiten | compostthee | Spuiten met compostthee versterkt de plant en wordt geadviseerd tijdens het groeiseizoen. | ||
18 | achtste blad | |||||
19 | negende blad of meer | |||||
5 | Verschijnen van bloeiaanzet | |||||
53 | Bloeiwijze duidelijk zichtbaar | |||||
Pluimvorm | ||||||
55 | 55 | Bloeiwijze vergroot zich | ||||
57 | 57 | Bloeiwijze vol ontwikkeld | ||||
6 | Bloei | |||||
Spuiten | Spuiten tegen (valse) meeldauw/Botrytis | vóór bloei | ||||
61 | 61 | eind mei | Begin van de bloei | Datum eerste bloei noteren! | eind mei/begin juni | |
Misbloei stimuleren | Optioneel:begin maken met het ontbladeren van de druivenzone. | dit veroorzaakt een lichte mate van misbloei, wat lossere trossen tot gevolg heeft. | ||||
Misbloei voorkomen | Optioneel: scheuten direct voor bloei toppen, ca 5 cm. | geeft een betere vruchtzetting, leidt ook tot vorming van meer okselscheuten. | ||||
Spuiten | Tijdens de bloei 14 dagen niet spuiten | |||||
63 | 63 | Voorbloei 30% | ||||
65 | 65 | Voorbloei 50% | ||||
68 | 68 | Afnemende bloei 80% | ||||
69 | Einde bloei | Begin ontbladeren | Vlak na bloei onderste 2 bladeren verwijderen. | Resulteert in bessen met hardere schil; betere resistentie tegen schimmels | ||
70 | 70 | Vruchtontwikkeling | ||||
Loofwandbeheer | Zomersnoei; een constante activiteit gedurende de zomer. | |||||
71 | 71 | Vruchtaanzet | Trosdunning | Optioneel; overbodige (3e en hogere) trossen verwijderen. Kan ook later worden uitgevoerd bij eerste verkleuring. | ||
73 | 73 | begin juli | Bessen korrelgroot | Spuiten | Spuiten eupareen + spuitzwavel | Combinatie mag niet !! |
75 | 75 | Bessen erwtgroot | ||||
na 15 juli | Einde ontbladeren | afronden verwijderen van bladeren. Tot 5 bladeren verwijderen t/m 2de tros | Niet bij hoge temperatuur | |||
Bemesting | – bitterzout na bloei, – na half juli geen stikstof meer geven. |
Bitterzout niet bij hitte | ||||
na 15 juli | Spuiten | Geen spuitzwavel meer gebruiken | ||||
77 | 77 | Sluiten druiventros | ||||
79 | Gesloten druiventros | Trosdunning | 3de (en hogere) tros(sen) verwijderen bij begin rijping als suikers beginnen toe te nemen. Alternatief; bij eerste verkleuring. Dan is het eenvoudiger de achterblijvende trossen te verwijderen. | |||
Toppen | eind juli | |||||
8 | Rijpheid | |||||
Voor verkleuring stoppen met ontbladeren | ||||||
81 | 81 | eind juli | Begin van de rijping, verkleuring | 8 weken na verkleuring oogst | half juli-begin augustus | |
83 | begin augustus | Bessen verkleuren verder | Spuiten | Laatste keer spuiten | Switch 40 dagen voor oogst | |
Netten | Netten ophangen | |||||
85 | Bessen worden zacht | Teldor 28 dagen voor oogst | ||||
aug-sept | Bemesting | Patent -kali | ||||
89 | 89 | Bessen zijn oogstrijp | ||||
9 | Intreden van vegetatierust | |||||
91 | 91 | Rijpen van het hout afgesloten | ||||
93 | 93 | Loof begint af te vallen | ||||
95 | Loof valt af 50% | |||||
97 | 97 | Einde bladafval | ||||
oktober/november | Najaarsbespuiting | beschermen tegen schimmels gedurende najaar en winter | kort: spuiten met per 10 liter water: 80 gram zwavel en 500 gram waterglas. Spuiten op droog hout. | |||
99 | november | Nabehandeling oogst | Bodemonderzoek | bodemonderzoek om de 3 jaar (vaker bij een pas aangelegde wijngaard) | Voorkomen van: – magnesium tekort – kalium tekort |
|
pH controle | – lichte gronden: pH tussen 6.0 en 6.5 – zware gronden: pH tussen 6.8 en 7.2 |
|||||