Vroeg Ontbladeren
Inleiding
De versnelde rijping, gevolg van de klimaatverandering, vergroot de botrytisgevoeligheid van de druiven in augustus en september. In deze maanden heersen er namelijk vaak nog gunstige temperaturen voor het zich ontwikkelen van botrytis. Als er dan ook nog veel neerslag bijkomt, treft de schimmel ideale omstandigheden aan. Strategieën voor de gewasbescherming worden daarom niet alleen belangrijker voor de directe verkoop van producent aan consument maar ook voor de druiven- en wijnhandel. In bedrijfseconomisch opzicht komen hiervoor echter alleen de werkelijk goedkope machinale oplossingen in aanmerking.
Het gebruik van bioregulatoren (Gibb 3, Regalis) voor de gewasbescherming is sterk aan een bepaald moment gebonden, slechts bij een beperkt aantal soorten mogelijk en heeft ondanks het gebruiken van botryticiden niet altijd een bevredigend resultaat, maar biedt in veel gevallen toch wel een goede mogelijkheid de schimmel te beperken.
Behalve in het gebruik van bioregulatoren, waarvan toepassing niet altijd is toegestaan, zijn de bedrijfseconomisch gunstige mogelijkheden voor gewasbescherming slechts gelegen in machinale ontbladering en in trosdunning. Daarbij wordt de laatstgenoemde bij voorkeur toegepast voor een tamelijk grote opbrengstbeperking en zij blijft bijgevolg buiten beschouwing voor de basiswijnbouw.
Met de machinale ontbladering van de troszone heeft zich een methode ontwikkeld die in hoge mate tegemoetkomt aan de eis van gezond oogstgoed bij matige opbrengstbeperking. Niet zonder reden vindt deze methode in de praktijk veel weerklank als basis voor het produceren van topwijnen. Vroeg machinaal ontbladeren is in de kwaliteitswijnbouw inmiddels de standaard.
Welke voordelen biedt vroeg machinaal ontbladeren?
- Vermindering van de botrytisgevoeligheid door vroege handmatige of machinale tweezijdige ontbladering van ongeveer 50% en meer. Oorzaak: opener trosstructuur, sterkere schil, betere toegankelijkheid voor gewasbeschermingsmiddelen.
- Gezonder oogstgoed maakt een latere oogst mogelijk, wat gunstig is voor de fysiologische rijping.
- Maakt een matige opbrengstbeperking mogelijk: bij een handmatige verwijdering van 3 of 4 basale bladeren ongeveer 20%. Machinale ontbladering maakt, afhankelijk van het tijdstip, de machine en haar afstelling en de rijsnelheid, een opbrengstbeperking van 35% mogelijk, en soms meer.
- Matige opbrengstbeperking en de intensievere bezonning hebben een enigszins verhoogd mostgewicht en een grotere aromapotentie als gevolg en een duidelijk betere kleuring van rode wijnsoorten.
Fig.1. Geopende ontbladeringsmachine van Binger Seilzug.
Ontbladeringstechniek
- Het handmatig ontbladeren is met 40 tot 70 arbeidsuren/ha zeer arbeidsintensief. Bij machinaal ontbladeren wordt de benodigde arbeid, afhankelijk van het soort machine e.d., verminderd tot 1,5 tot 4 uur/ha. De keuze aan zeer goed werklende ontbladeringsmachines is groot.
- Machines van het merk Binger Seilzug, die werken volgens een aanzuig-en- pluk-systeem, ontzien de plant in hoge mate en zijn daarom ook geschikt voor gebruik op een later tijdstip zonder gevaar van beschadiging; tot aan het zacht worden van de druiven kunnen ze gebruikt worden. Overigens is het in plantenfysiologisch opzicht (zonnebrand) beter de machine in een vroeg stadium in te zetten. De opbrengstbeperking bedraagt evenals bij het handmatig ontbladeren een 15 tot 20%.
Machines van het merk Clemens Ero, die werken volgens een aanzuig-en afsnijsysteem, maken bij een wat agressieve toepassing een opbrengstreductie mogelijk tot ongeveer 35%. Het opbrengstbeprekende effect is het grootst vlak voor het moment waarop de trosjes gaan hangen. Aangezien het beschadigingsgevaar voor de trossen toeneemt wanneer de bessen dikker worden, is het gebruik van deze machine ná erwtgrootte niet aan te bevelen. |
Wanneer ontbladeren?
Het ontbladeren kan al kort voor de bloei beginnen en moet ongeveer twee weken ná de bloei klaar zijn.
Soorten met een sterke groei van dieven kunnen binnen deze periode wat later ontbladerd worden teneinde de troszone langduriger vrij te houden. Een alternatief kan ook een tweede ontbladeringsronde zijn, handmatig of machinaal.
Voorwaarde voor machinale ontbladering is wel dat de scheuten in de troszone stevig aangebonden zijn.
Hoeveel ontbladeren?
In vitale, normaal-groeikrachtige wijngaarden is een tweezijdige ontbladering aan te bevelen. Alleen zo kunnen het botrytisverminderende effect en – indien gewenst – ook de opbrengstvermindering geheel tot hun recht komen. Het meeste geschikt zijn wijngaarden met vlakke bogen of halfronde bogen met een niet te grote draadafstand (20 cm).
Welke druivensoorten hebben er in het bijzonder baat bij?
- Soorten met compacte trossen profiteren sterk van de botrytisvermindering.
- Zwakkleurende soorten voor rode wijn profiteren bovendien van de intensievere kleurvorming.
- Tweezijdige machinale ontbladering kan bij opbrengstrijke soorten als Dornfelder de opbrengst afvlakken en afhankelijk van de ontbladeringstechniek een toename in mostgewicht bereiken tot 10%.
Stijgt de wijnkwaliteit significant?
- Bij soorten voor witte wijn stijgt de kwaliteit vooral in jaren met veel botrytis- of zelfs azijndruk. Bij een lage botrytisdruk leidt de betere bezonning van de trossen en de matige opbrengstbeperking weliswaar tot een stijging van het mostgewicht, noemenswaardige sensorische verbeteringen zijn echter niet te verwachten.
- Soorten met een zwakke kleuring profiteren ook van de kleurverbetering, zodat vroeg ontbladeren ook los van het botrytisrisico kwaliteitsverhogend werkt.
Wat zijn de eventuele risico’s?
- Op zware, kalkhoudende bodem (chlorosegebieden) en in overbelaste of zwakgroeiende wijngaarden moet niet vroegtijdig ontbladerd worden omdat zulks tot verdere verzwakking van de druivenplanten kan leiden.
- Vroeg ontbladeren kan leiden tot enige lamsteligheid, maar in de regel is deze verwaarloosbaar.
- Aangezien de bessen zeer vroeg aan een intensievere zoninstraling blootgesteld worden, is het zonnebrandgevaar in de regel niet groter, behalve uiteraard in uitzonderlijke jaren.
- De bij witte wijn, vooral Riesling, gevreesde beperking van de typische soortgebonden kenmerken, het versterken van bittere tonen en een sterker uitgesproken benzinegeur [ook wel vergeleken met smeerolie of rubber] werd tot nu toe in geen enkel onderzoeksjaar bevestigd.
- De verkleining van het bladoppervlak kan leiden tot een kleinere opslag van aminozuren in de trossen en daardoor in zwakgroeiende wijngaarden met een hoge potentiële opbrengst leiden tot minder stikstofvoeding voor de gist. Maar storingen in de vergisting en böckservorming zijn tot nu toe niet bekend.
- Vrijhangende trossen kunnen bij hagel meer beschadigd worden, maar ze drogen ook beter op, wat het schimmelrisico vermindert. De schade is dus niet noodzakelijk groter.
Wat kost ontbladeren?
Bij een benodigde arbeidstijd van 40 tot 70 u/ha en een uurloon van € 8,– is voor handmatig ontbladeren € 320,– tot € 560,–/ha nodig. Dubbelzijdig machinaal ontbladeren, al dan niet door een loonwerker, kost 1,5 tot 4 u/ha en de kosten zijn een € 110,– tot € 200,–/ha, uitgaande van 10 ha.
Voor welke bedrijven is vroeg ontbladeren interessant?
Het is vooral van belang voor producenten die direct aan de consument verkopen en die dus waarde hechten aan gezond en rijp oogstgoed en daarom de opbrengst op gematigde en goedkope wijze willen beperken. Op zulke bedrijven kan vroeg ontbladeren ook toegepast worden als arbeidsbesparende voorloper van een latere handmatige ontbladering.
Op grootschalige druiven- en wijnverkopende bedrijven, waar kwaliteitsbevorderende activiteiten in de wijngaard wegens de kosten en de bedrijfseconomische knelpunten veelal achterwege blijven, kan de vroege machinale ontbladering het ontbrekende werk aan de loofwand vervangen en aldus de opbrengst afvlakken en met relatief weinig moeite een basiskwaliteit garanderen.
Bron: Dr. Bernd Prior DLR-RNH, Das Deutsche Weinmagazin; 11/30, Mai 2009
Vertaling en bewerking: Peter Siebrands, Wijnbouwers der Lage Landen