Bodemsoorten
De eigenschappen van de bodem, zoals vruchtbaarheid, vochtigheid, snelheid van opwarmen, zijn van invloed op de wijze waarop de gewassen die hierop groeien zullen gedijen.
Rijke grond, arme grond, natte grond, koude grond; verschillende scheikundige of natuurkundige eigenschappen van de grond. Samen bepalen deze de vruchtbaarheid van de grond, de bodemvruchtbaarheid. Wat is eigenlijk het verschil tussen grond en bodem? Onder grond wordt verstaan het losse materiaal dat men aan de oppervlakte van de aardkost aantreft. Bodem heeft meer betrekking op de wijze waarop de afzonderlijke gronddeeltjes in de natuur zijn gerangschikt tot bepaalde patronen.
De meestvoorkomende grondsoorten in Nederland zijn;
- Zeeklei
Zeeklei vinden we langs onze kusten. Meestal is het grijs van kleur en bevat weinig organische stof. Zeeklei is behoorlijk vochtvasthoudend en plakt als het nat is. - Rivierklei
Rivierklei is bruiner van kleur. We onderscheiden de gronden dicht bij de rivierarmen en die verder daar vanaf liggen. - Veengrond
Veengrond is vooral opgebouwd uit plantenresten. Het is bruin of zwart van kleur en zeer vochtvasthoudend. Veengrond kan men onderscheiden in laag- en hoogveen. - Zandgronden
Zandgronden zijn veelal oudere gronden en beslaan zo’n 40% van het Nederlandse grondoppervlak . Duinzanden zijn nog jonge gronden. - Lössgrond
Lössgrond is geelbruin tot bruin van kleur. Loss is klei-achtig en voelt zacht aan. Het plakt echter niet en is vochtvasthoudend. Löss is bijzonder vruchtbare grond. - Verder kennen we nog een aantal minder vaak voorkomende grondsoorten als bijvoorbeeld kalk-, leem- en mergelgrond.
Kleigronden behoren tot de zware grondsoorten, terwijl zandgronden lichte grondsoorten genoemd worden. Zandgronden warmen snel op. Vandaar dat vroege vollegrondsgewassen, zoals asperges en aardbeien, veelal op zandgronden worden geteeld.
Bodemkaart Nederland
Bodemkaart België
Nb. klik op de kaart voor meer details.
Bronnen: