Voorjaarsonderhoud
Na de wisselvallige maand april bevinden de wijnstokken zich weer in een min of meer normale situatie. De regenbuien hebben gezorgd voor een goede uitgangspositie, zodat we kunnen rekenen op een voorspoedige uitloop en een snelle ontwikkeling van de stokken. Onkruid en ondergroei groeien nu ook heel snel.
En let in elk geval op een eventuele aantasting door Kräuselmilben. [Opmerking: In NL komt deze spintmijt nog weinig voor. Preventieve maatregelen : zie de Wijnbouwkalender op de website van de WBLL. Biologische bestrijding: inzetten van roofmijten.]
Stammenpoetsen
Doordat de groeiperiode steeds vroeger aanvangt [Opmerking: dit slaat op Duitsland], kunnen we met het stammen- en scheutenpoetsen niet meer wachten tot na de IJsheiligen. Op dat moment kunnen de uitlopers al te lang zijn, waardoor het afbreken te veel tijd vergt en te grote wonden maakt. Het ideale moment is bij een lengte van 5 tot 10 cm. van de uitlopers.
Bij het stammen- en scheutenpoetsen moeten ook de volgende punten in aanmerking genomen worden:
- Waterscheuten die niet nodig zijn voor het opbouwen van de stok worden verwijderd;
- Dubbele scheuten terugbrengen tot enkele scheuten;
- Kommerscheuten verwijderen;
- De snoeiwijze corrigeren in geval van te hoge stammen: te hoge waterscheuten in de kop wegbreken en lagere laten zitten;
- Een gelijkmatige verdeling van de scheuten over de uitgebogen arm nastreven, ter wille van een luchtige loofwand.
De situatie voor (links) en na (rechts) het uitbreken van overbodige scheuten. |
Zoals al het werk in de wijngaard moet ook het wegbreken vakkundig gebeuren. Vakkundig wegbreken betekent het voorkómen van interne beschaduwing en een te dichte loofwand, het zekerstellen van een goede kwaliteit van de druiven en van de continuïteit van de opbrengst.
Door het wegbreken van kommerscheuten en dubbele scheuten worden onvolkomen trossen vermeden, wordt de stok minder belast en tevens wordt de kwaliteit bevorderd. Ook het corrigeren van de winterssnoei, wanneer er op te veel ogen blijkt te zijn gesnoeid, is door het beperken van de hoeveelheid oogstgoed een kwaliteitsverhogende maatregel. Maar vooral moet er bij het wegbreken rekening gehouden worden met het opbouwen van de wijnstok in het volgend jaar. (…)
Door rekening te houden met het overhouden van toekomstig buighout en reservehout in het volgende jaar komt de opbouw van de stok niet in het gedrang.
Het wegbreken kan ook mechanisch gedaan worden met borstels, maar dat is alleen voor grote bedrijven interessant. Ook dan moet men erop letten dat de uitlopers niet te groot worden, omdat er anders stompjes overblijven waaruit later weer een scheut loopt. Bovendien kan met deze apparaten alleen de stam behandeld worden.
De reservescheuten die bij het uitbuigen niet gebruikt hoefden te worden, dienen na de IJsheiligen beslist weggesnoeid te worden (anders wordt het te druk op de kop van de stam, wat extra schimmelgevaar oplevert).
Het onderhoud van jonge aanplant
In de jonge aanplant zit de toekomst van je wijnbouwactiviteiten. Daarom is het onderhoud van de jonge aanplant van het grootste belang. Om een lange levensduur te garanderen, moet al het werk op het juiste moment én vakkundig gedaan worden.
Bij een lengte van ca. 5 cm. moet het wegbreken in jonge aanplant gedaan worden. Het doel in het jaar van aanplant is het opkweken van een rechte, potlooddikke stam, die in de winter op stamhoogte afgesnoeid wordt. Het wegbreken is mede bepalend voor het opbouwen van de stok. In het jaar van aanplant moet dié scheut gebruikt worden die een goed (recht) saptransport garandeert van de wortel tot de bladeren.
Ook in het eerste standjaar (d.w.z. in het tweede jaar) is het wegbreken zeer belangrijk. Er blijven 3 tot 5 uitlopers zitten, afhankelijk van de groeikracht en de snoeivorm. Mocht de stok in het jaar van aanplant niet voldoende hoog worden en wordt hij daarom geheel teruggesnoeid, dan moet hij behandeld worden zoals in het jaar van aanplant.
In zeer groeikrachtige wijngaarden kan het nodig zijn twee scheuten op te kweken (in het tweede jaar) om te voorkomen dat de stam te dik wordt (en slecht verhout in het najaar).
Bij vroeg wegbreken blijven de wonden klein en gaan er weinig reservestoffen verloren.
Planten die uitgevallen zijn kunnen vervangen worden.
In het tweede standjaar (d.w.z. in het derde jaar) worden er bij het wegbreken op zijn hoogst acht tot tien scheuten overgelaten, om de stok niet te overbelasten. Voor de gewasbescherming moet vooral gelet worden op [Duitse situatie] Peronospora, Rode Spin en Kräuselmilbe. (…).
Bron: WINZERPRAXIS.DE © 2009 Verlag Eugen Ulmer, Stuttgart
Werk in de Wijngaard 5, Mei 2013
Auteur: Tim Ochβner
Vertaling: PS