Ontbladeren

Home » Kenniscentrum » Druiventeelt » Groei en Snoei » Ontbladeren

Ontbladeren

Standpunten van Dr. Bernd Prior, DLR-Rheinpfalz

Het begrip "vroeg ontbladeren" installeert zich als een zoeken naar gezonde oogst met een matigere opbrengst. Dit heeft een zeer grote weerklank gevonden bij de kwaliteit bewuste wijnhuizen. De praktijk bestempelt dit als de basis voor het bekomen van topwijnen.

Wat zijn de feitelijke voordelen van de vroege ontbladering?

  • verminderde aanvalsdruk van botrytis door lossere trossen, robustere bessenhuid en grotere toegankelijkheid voor de bespuiting,
  • gezonde trossen laten een latere oogst toe, hetgeen een betere fysiologische uitrijping in de hand werkt,
  • opbrengstvermindering tot 20% bij handmatige verwijdering van de eerste 3 tot 4 basale bladeren, tot 34% bij machinale ontbladering,
  • de vermindering van opbrengst en de intensievere bezonning zorgen voor een hoger mostgewicht, een groter aromapotentiaal en een betere kleurvorming bij rode druiven.

Wanneer ontbladeren?

  • het ontbladeren kan reeds kort voor de bloei gebeuren en zou binnen de 2 weken na de bloei beëindigd moeten zijn,
  • de druivensoorten die gemakkelijk okselscheuten vormen mogen in de gemelde tijdszone later ontbladerd worden. Alternatief mag een tweede lichtere ontbladering gebeuren,
  • bij machinale ontbladering moeten de twijgen in de druivenzone goed vast gehecht zijn aan het dradenstaketsel.

Welke omvang?

  • Bij normale groei is het aangeraden te ontbladeren aan beide zijden. Alzo is het bekampen van botrytis en opbrengstvermindering het grootst,
  • De beste snoei is de vlakke boog en de halfboog met een pijl kleiner dan 20 cm.

Welke soorten?

  • soorten met compacte trossen,
  • rode wijndruiven met zwakke kleur,
  • bij Dornfelder kan het ontbladeren aan weerskanten topwijnen opleveren met mostverhogingen tot 10° Oechsle.

Stijging van wijnkwaliteit

  • de kwaliteit stijgt bij witten druivensoorten die zwaar aangetast zijn door botrytis of azijnsteek,
  • bij geringer aantasting door botrytis leidt de betere bezonning en de lichte vermindering van opbrengst tot een matige stijging van het mostgewicht zonder noemenswaardige sensorische verbeteringen,
  • bij kleurzwakke rode druiven verbetert de bezonning de kwaliteit.

Te mijden risico’s

  • een vroege ontbladering is niet aangeraden op zware kalkhoudende bodems, in overmatig beladen of zwak groeiende wijngaarden. Dit kan de druivenstokken verzwakken,
  • daar de druiven zeer vroeg bloot gesteld worden aan een intensievere zonbestraling is er geen verhoging van zonnebrand de verminderde bladoppervlakte kan de opslag in de druiven van aminozuren verminderen, alsook de stikstofvoeding voor de stokken,
  • hagelschade kan groter zijn. Doordat de druiven beter opdrogen is er niet noodzakelijk meer schade.

Interessant voor wie?

  • voor iedereen die alleen wil werken met gezonde, rijpe druiven,
  • voor wie de opbrengst wil verminderen,
  • voor wie de kwaliteit wil verbeteren,
  • voor degene die Spitzenwein, millennea of topwijnen nastreeft,
  • voor wie kwaliteit prefereert boven kwantiteit.

Bron: Das Deutsche Wein Magazine (2009-11-08). Vertaling: GR.

Ontbladeren

Werkzaamheden in de wijngaard

Het ontbladeren van de druivenstokken in de druivenzone is de laatste jaren sterk op de voorgrond gekomen als verbetering van de wijnkwaliteit. Dr. Matthias Petgen van DLR-Rhainpfalz, Prof. Dr. Hans Schwarz van Geisenheim en Johannes Schild van St. Katharinen rapporteren hun resultaten.

Fig 1 = Abb  2 p 16 DDWM 16 Mai
        Fig. 1: als referentie  (kontrolle) een normale loofwand van Riesling

Fig 2 =Abb 3  p 16 DDWM 16 Mai
        Fig. 2: Riesling in afgaande bloei: het ideale moment om te ontbladeren

Het gedeeltelijk ontbladeren wordt beschouwd als een fundamentele bouwsteen in het management naar kwaliteit.
Volgende onderzoekingen werden uitgevoerd:

  • in het groeijaar 2006
  • in 2 wijnoorden aan de Nahe
  • op 2 verschillende perioden:
    • ES 63-65 = volle bloei en
    • ES 73-75 = fase erwtgrootte.

Met testvarianten:   

  • handmatig en machinaal ontbladerd
  • enkel aan de niet-zon kant ontbladerd
  • 30 wijnstokken: Riesling en Portugieser
  • alles 4 X getest
  • ontbladeringsmachines: Clemens en Binger.

                                      fig 3= Tab 1 p 18 DDWM 16 Mai

Fig. 3: tabel 1 geeft de invloed weer van het ontbladeren van Riesling en Portugieser met volgende parameters:
Kontrolle” geldt voor de niet ontbladerde wijnstokken als referentie (waarden tussen haken) geven de standaard afwijking aan

  1. bladverlies in % van de totale bladoppervlakte, aantal = 24 stokken
  2. graad van valse bloei, Verrieseling: 0% = geen, 0-10% = zwak, 10-25=matig, 25 – 50 = sterk, groter dan 50% = zeer sterk, aantal = 24
  3. troscompactheid of losheidsgraad : quotiënt totaal gewicht gedeeld door de totale lengte van 40 trossen uitgedrukt in g/cm
  4. infectiegraad bij aantal = 24 trossen.

De intensiteit van de ontbladering werd als volgt berekend. Alle bladeren groter dan 3 cm werden geteld aan 24 wijnstokken voor en na het ontbladeren.
Bij het vroeg ontbladeren werden er dus niet zo veel bladeren verwijderd, hun percentage ligt nochtans hoger omdat de loofwand dan nog niet compleet gevormd is.
Het vroeg ontbladeren gaf een grotere verrieselingsgraad.
Machinaal ontbladeren met Binger gaf voor Riesling de hoogste verriesselingswaarde van 5,60; voor Portugieser was dit met Clemens 4,85.
Onderling vergeleken gaf Riesling een hogere graad van verrieseling of valsbloei.

Fig 4= Tab 2 p 19 DDWM 16 Mai Fig. 4: resultaten bij Riesling en Portugieser

Bij Riesling verminderde de opbrengst na de vroege ES65 ontbladering, niet bij de latere ES74.
Bij Clemens ES65 werd een grotere beschadiging vastgesteld zie fig. 3 tabel 1
Door het zuigend-snijdend effect werden ook trossen aangezogen en gedeeltelijk afgesneden. Dit vermindert de opbrengst nochtans zonder invloed op het mostgewicht.

                       Fig 5-6-7 = Abb 6-7-8 p 18 DDWM 16 Mai

Fig. 5: onbehandelde compacte tros Portugieser. Dus groot schimmelgevaar
Fig. 7: vroeg ontbladeren levert een losse tros
Fig. 8: vanaf een bepaald ogenblik is er gevaar voor trosbeschadiging

Het lage mostgewicht van de variante Binger  ES74  kan verklaard worden door de hoge intensiteit van ontbladering. De druivenstok was blijkbaar niet meer in staat om het verlies aan blad door okselscheuten te vervangen.
De referentie, Portugieser niet ontbladerd, gaf een kleiner mostgewicht. Dit kan komen door beschaduwing van de druiven. De invertase-activiteit is dan kleiner alsook de suikeropbouw.
De infectiedruk was relatief laag in 2005.
Het ontbladeren van de Riesling verminderde de lamsteligheid en de botrytisinfectie.
De ES65-ontbladering had meer effect op de lamsteligheid dan de latere.
De botrytis aantasting was bij Riesling in de ontbladerde zone geringer dan bij de niet ontbladerde stokken.
De ES74-ontbladering gaf minder aantasting door botrytis.
Bij de vroege ontbladering verrieselden de druiven sterker en waren minder compact. De botrytis schimmels waren bij de latere ontbladering merkelijk minder. Er werd verondersteld dat de loofwand sterker toegegroeid was waardoor de druivenzone minder doorlucht werd en de trossen dus langer vochtig bleven. Gondolfi en Koblet beamen dit en beweren ook dat er bij het verwijderen van hoofdbladeren meer okselscheuten gecreëerd worden. Hierdoor zouden de ontbladerde varianten op het einde van de vegetatie dezelfde bladoppervlakten terug gekregen hebben.
Bij Portugieser werden analoge resultaten vastgesteld.
De kleinste schimmelaantasting werd vastgesteld bij de variante Clemens-ES74 te wijten aan de lossere trosstructuur.
De ontbladerde varianten hadden allemaal een hoger glucosyl-glucose gehalte dan de referentie kontrolle stokken.
Deze resultaten stroken met de onderzoekingen van Prior in 2006 op Silvaner.
Deze grotere waarden duiden op een kwaliteitsverbetering. Dit wordt verklaard door de betere belichting die de aromatische substanties in de druivenschil zou bevorderen.
Het ontbladeren van de Portugieser verhoogde de kleurintensiteit en het tanninegehalte het geen de kwaliteit ten goede komt. De betere en langere belichting, bezonning verhoogt de temperatuur in de bessen en bevordert de kleursynthese.

Fig. 8: = Abb 12 p 20 DDWM 16 Mai    Fig. 8: een betere bezonning levert hogere phenol- en kleurwaarden.

Sensorische analyse

Fig 9 = Abb 14 p 20 DDWM 16 Mai    Fig.9 : de vroege ontbladering ES65 geeft voor parameters mottenbol een lagere waarde, parameters perzik en citroen verhogen.

Fig 10 = Abb 15 p 20 DDWM 16 Mai    Fig. 10: de wijnen van de late ontbladering ES74 waren minder bitter en hadden meer body

Bij Portugieser werden er geen betekenisvolle verschillen vastgesteld voor de parameters: kers, besvruchten, kruid en adstringend. Alleen variante Binger ES65 had meer body.

Onderzoek Neustadt 2007

In 2007 werden in Neustadt/Weinstrasse een wijngoed met St Laurent en een met Riesling op tijdstippen ES68 en 76 ontbladerd.

Fig 11= Abb 13 p 20 DDWM 16 Mai      Fig.11: 2 x ontbladeren geeft een betere bescherming tegen botrytis

De botrytis schimmel verminderde door de ontbladering en was het geringst bij variante: 2 X ontbladerd. Het analoge vond plaats bij de St Laurentdruiven.
Het mostgewicht bleef bij beide soorten ongeveer gelijk.
Het zuurgehalte bij St Laurent verlaagde.
Het ontbladeren verminderde de azijnsteek.
De ontbladering ES76 had meer schade door zonnebrand. De vroege ontbladering kon zoals gedacht de schade door zonnebrand niet verminderden. Oorzaak hiervan was het buitengewoon mooie weer in 2007 met zeer hoge temperaturen midden juli (Petgen 2008)
Het ontbladeren moet vroeg gebeuren zodat de druiven kunnen uitharden.
Principieel wordt alleen de noorder of oosterzijde van de loofwand ontbladerd.
Beide zijden ontbladeren is niet aangeraden voor gevoelige soorten.
Het verspreid meervoudig gedeeltelijk ontbladeren is veiliger dan een eenmalig radicaal ontbladeren.

        Fig 12  = Tab 3 p 20 DDWM 16 Mai    Fig. 12: geboekte resultaten op St. Laurent

       Fig 13 = Tab 4 p 21 DDWM 16 Mai    Fig. 13: resultaten van verschillende varianten van Riesling

Besluit

De Duitse wijnbouw bestempelt de gedeeltelijke ontbladering van de druivenzone dwz de trossen openstellen aan daglicht, zon, wind en bespuiting als positief voor de bevordering van de kwaliteit. Een tweede matige ontbladering geeft een verhoogde bestrijding van de Botrytis schimmels.

Bron: Das Deutsche Wein Magazine (2009-10-16). Vertaling: GR.

Item toegevoegd aan winkelwagen.
0 items - 0,00