Beperking (nacht)vorstschade

Home » Kenniscentrum » Druiventeelt » Gewasbescherming » Beperking (nacht)vorstschade

Tips en trucs om (nacht)vorstschade te beperken

Inleiding

Door de winter van 2009/2010 hebben een aantal wijnbouwers serieuze schade ondervonden van echte wintervorst waarbij een deel van de wijnstokken helemaal bevroren zijn waardoor deze vervangen moesten worden. Heel vervelend als je in mei pas tot de ontdekking komt dat (een deel van de) wijnstokken echt helemaal niet meer uitlopen. Het blijkt dat vooral jonge aanplant kwetsbaar is!

Strenge Wintervorst

Voor late nachtvorstschade zijn nog wel oplossingen te vinden, maar wintervorst is een ander verhaal. Goede tips zijn welkom.

  • In ieder geval speelt de wind een belangrijke rol bij wintervorst. Op de één of andere manier beschermen tegen de wind kan vorstschade enigszins beperken. We kunnen denken aan bijv. aanaarden of compost tegen de stammen aanbrengen tot boven de entplaats. Als er sneeuw voorhanden is kan dit ook een goede bescherming bieden als de sneeuw tegen de stammen wordt aangebracht.
  • Misschien ook netten (die we toch al hebben) af en toe verticaal tussen de rijen aanbrengen om de wind te breken?
  • Voor jonge aanplant (b)lijken plantkokers/planthulzen zeker zinvol.
  • We raden af om te snoeien als er nog strenge vorst mogelijk is.
  • Ook is bekend – bij alle vorstgevoelige planten- dat planten die gezond gegroeid zijn en goed zijn afgerijpt in het najaar, beter tegen vorst bestand zijn.
  • De rassenkeuze is ook van invloed; zie de conclusies van de enquête.

Nachtvorst – windvorst

Nachtvorst kan bestaan uit uitstraling bij helder weer en meestal weinig wind, of ‘windvorst’ bij bijv, noordoosten wind die koude lucht aanvoert. Als we over nachtvorstbestrijding praten bedoelen we doorgaans de uitstralingsvorst; tegen de windvorst is meestal weinig te doen.

De schade door nachtvorst is vooral mogelijk in het stadium van het botten van de knoppen en het begin van het uitlopen. Zodra er iets van leven aan de knoppen te bespeuren is, is er risico.

Om nachtvorstschade te voorkomen zijn er meer concrete mogelijkheden.

  • Bij nachtvorst is het meestal een kwestie van vriezen aan de grond. Helder weer en weinig wind. Het kan dan vlak aan de grond zomaar een paar graden kouder zijn dan op ruim een meter hoogte. Dat betekent dat twijgen die al uitgebogen en aangebonden zijn bevriezen, en twijgen die nog rechtop staan géén schade hebben. Laat uitbuigen kan dus schade voorkomen!
  • Algemeen bekend is dat water sproeien tijdens de nachtvorst de planten tegen een paar graden vorst kan beschermen. Natuurkundig gezien komt er bij bevriezen van water warmte vrij, oftewel de koude wordt eerst opgenomen door het water om te bevriezen, en als het water bevroren is, zakt de temperatuur pas onder nul. Zolang er nog water is, zal de plant dus niet bevriezen. Dus wel (eventueel met korte tussenpozen) blijven sproeien tot het ijs op de planten weer geheel is ontdooid! Belangrijk is om op tijd te beginnen zodat je leidingen niet bevroren zijn voordat je wilt gaan sproeien. Zorg er ook voor dat de leidingen op afschot liggen zodat ze goed leeg kunnen lopen!
  • De (onbegroeide) grond nat maken: hierdoor kan de warmte uit de grond beter naar het oppervlak worden getransporteerd en geeft enige stralingswarmte. Ook zal deze grond overdag meer warmte absorberen. Een dichte onderbegroeiing daarentegen fungeert als een isolatiedeken en houdt de warmte in de grond en daarboven vriest het des te sneller.
  • Stenen of keien (half) in de grond absorberen stralingswarmte van de zon en geven deze ’s nachts weer af. Zo kan ook een vijver of een beekje meehelpen om nachtvorst te verminderen.
  • Kacheltjes: een oud gebruik in Frankrijk was om kacheltjes in de wijngaard te plaatsen. Met stil weer werkte dit wel iets; alleen al door de rookwolken die geproduceerd werden was er minder uitstraling en de wijnstokken bleven gespaard. Studies hebben later uitgewezen dat deze rookwolken de uitstraling nauwelijks reduceren.
  • Ook infrarood-stralers werden wel gebruikt. Lijkt mij tegenwoordig geen goede optie.
  • De lucht in beweging brengen met bijv. heteluchtkanon (zonder vuur) zorgt voor een luchtcirculatie zodat de onderste koude lucht wordt vermengd met de warmere bovenlucht. Voor grotere wijngaarden bestaan er ook grote windmachines.
  • Bij strengere nachtvorst kun je ze dan ook nog laten branden. Een heel ander principe dus dan de oude franse kacheltjes. we verkrijgen hier warmte én luchtcirculatie. voor professionele toepassingen bestaan er grotere machines, o.a. de Frostguard en de Frostbuster.
  • Paraffinepotten worden in Frankrijk gebruikt en zijn geschikter dan de oude kacheltjes. Tussen de rijen gezet op een afstand van 8 meter geven ze een redelijk resultaat. Hoe meer potten, hoe betere bescherming. Voor niet te grote percelen een haalbare optie. Wèl bewerkelijk.
  • Afdekken of inpakken is een mogelijkheid die alleen op zeer kleine schaal toepasbaar is. Bovendien is er ook nog het gevaar van het beschadigen van de knoppen. Langere tijd inpakken leidt ook tot een broeikaseffect waardoor de plant meer gaat werken en gevoeliger is voor vorst!
  • Overkappen zou kunnen door folie of vlies dwars over de draden te trekken. Beschermt maar een graad of twee, en is ook bewerkelijk. In combinatie met verwarmen natuurlijk wel effectief. Ga echter de planten echter niet voortrekken, want dan worden ze alleen maar kwetsbaarder.

Nog een paar punten om in de gaten te houden:

  • Bij uitstralingsvorst zijn de planten en de grond een of twee graden kouder dan de lucht.
  • Bij een helling van meer dan 1% kan de koude lucht al uitzakken naar het laagste punt.
  • Een snelle temperatuurdaling kan meer schade geven dan wanneer de temperatuur geleidelijk daalt.
  • Een korte vorstduur is minder schadelijk dan een langere.
  • Bij een hoge luchtvochtigheid is minder schade dan bij droge lucht.
  • Een droog gewas is minder kwetsbaar dan een nat gewas. (niet te verwarren met het effect van sproeien tegen vorst)
  • Boven een bodem met onderbegroeiing kan de temperatuur op een halve meter hoogte wel 3-4 graden lager komen dan boven een vaste dichte en vochtige bodem.

Heel interessante informatie is te vinden in een studie van Kristof Hannosset, te vinden op: http://doks.khk.be en dan hannosset kristof 2006 opzoeken: “vorstwering bij nieuwe kersenrassen”

Auteur: Piet van Breugel,
Werkgroep Wijnbouw, Wijnbouwers der Lage Landen.


Omgaan met Vorstschade

Tips om schade zo mogelijk te beperken

Hoewel we in Nederland deze winter geen extreem lage temperaturen hebben gehad, kan er in sommige gevallen toch vorstschade zijn ontstaan. Met name jonge aanplant is vorstgevoeliger. Ook is er een groot verschil in rassen; Riesling en Regent zijn bijvoorbeeld sterker dan rassen uit de zuidelijker streken. Ook de standplaats en overige weersomstandigheden kunnen meespelen, zoals hoogte, sneeuw, helderheid, wind, etc.
In Duitsland schijnt, zoals het zich nu laat aanzien, er zo hier en daar flink wat schade te zijn.

Vaak weet je pas echt hoe het er voor staat bij het uitlopen. Bovendien kan er schade zijn in verschillende gradaties:

  • de hoofdknoppen kunnen bevroren zijn, maar er zijn nog wel zij-ogen;
  • zowel hoofd- als zij-ogen zijn bevroren (dan is het percentage bevroren knoppen belangrijk);
  • hele scheuten kunnen zijn bevroren;
  • de totale stok kan tot even boven de veredeling zijn bevroren;
  • in het ergste geval is de stok vanaf de veredeling helemaal kapot.
  • In al deze verschillende gevallen zal er anders moeten worden gehandeld.

Allereerst moeten we proberen om omvang en type van de schade vast te stellen.

Om de ogen te controleren zullen we met een scherp mes de knoppen overlangs moeten doorsnijden; is de knop bruinachtig en droog dan is het fout. Een gezonde knop moet enigszins groen zijn. Let er ook op of er nog goede zijogen zijn.

Bij sterke twijfel handelen alsof er veel schade is aan de knoppen. We gaan dan kijken hoe de twijgen er uitzien; zijn die onder de bast bruin en droog, dan zijn deze mogelijk helemaal bevroren. Vervolgens kijken we tot hoe diep de schade zit. Wellicht hebt u inmiddels al gesnoeid, en ziet u bij het snoeien al hoe de twijg er uitziet.

Bij geringe schade is het mogelijk om, bij Guyotsnoei, een extra reservescheut te laten staan, die bij het uitlopen zo nodig de eerste scheut kan vervangen (of evt. aanvullen als noodoplossing).
Zijn alle scheuten ver ingevroren kan er worden overgegaan op cordonsnoei; de scheut die vorig jaar was aangebonden wordt aangehouden als cordon en de vruchtscheuten van vorig jaar worden veiligheidshalve op 3 à 5 ogen gesnoeid. Lange stiften dus. Als bij het uitlopen blijkt dat toch alle ogen uitlopen dan dienen er zoveel scheuten te worden weggebroken zodat u er maar één per stift overhoudt.

Als de hele stok dood is, moet deze tot zo diep worden weggesnoeid dat u weer leven ziet. In ongunstige gevallen is dit zo diep dat u geen mogelijkheid meer hebt om vruchtscheuten te laten groeien. In dit geval zal vanaf de kop, of zelfs nog dieper, tot vlak boven de veredeling, weer een nieuwe plant opgebouwd moeten worden. Dat betekent in dit jaar geen oogst.
Is er helemaal geen leven meer boven de veredeling dan is vervanging de enige oplossing. Even slikken, uithuilen, en hopelijk hebt u nog wat voorraad wijn om niet op een droogje te zitten komend jaar.

Stokken die op eigen wortel staan zullen veelal wel weer vanuit de grond uitlopen, en kan er alsnog een nieuwe stok opgebouwd worden.
Als er enkele stokken uit de rij uitgevallen zijn is er nog de mogelijkheid om vanaf de “buurman” een scheut uit te buigen, in te graven in de grond en op de plaats van de weggevallen stok weer uit de grond omhoog te leiden (zgn. Afleggen). Aan het gedeelte dat onder de grond zit zullen komend seizoen wortels komen en het deel boven de grond zal uitlopen. Zo heb je snel een vervangend stok, al is het dan niet op een onderstam.

Let er echter wel op dat u niet te snel tot wanhoopsdaden overgaat. Soms is het, zoals al gezegd, moeilijk te zien hoe ernstig de schade is.
Het kan, als het er ernstig uitziet, soms het beste zijn om de beslissingen uit te stellen tot het uitlopen van de ogen en dan eventueel nog te corrigeren.
Bedenk wel dat het opnieuw opbouwen van een goede stok belangrijker is dan koste wat het kost nog een beetje oogst te forceren!

Soms kan het ook voorkomen dat een stok wel uitloopt, maar dat er in de loop van het seizoen een verdikking (wildgroei ofwel Mauke genaamd) op de stam ontstaat, veelal met bloeden. Dit is het gevolg van (vorst)schade. In ernstige gevallen zal de stok vervangen moeten worden.

Hopelijk valt het bij u allemaal nog wel mee en gaan we vol goede moed het nieuwe seizoen tegemoet.

Auteur: Piet van Breugel,
Werkgroep Wijnbouw, Wijnbouwers der Lage Landen.

Bron: Weinbau januari 2011, Gerd Götz en Günther Weisbrodt.


Vorstschade ( voorkomen )

Op 4 en 5 mei 2011 was er nachtvorst na een periode van zeer mooi weer. Op 4 mei was de nachttemperatuur in Midden Brabant om 7 uur -6° C. Bij een wijnboer in Oost-Brabant waren 1000 planten bevroren dat zag er zeer triest uit.
Vorstschade Frostschäden
Hoe kun je dit voorkomen. Wij weten allemaal in Nederland dat de fruittelers bij nachtvorst sproeien. Bij het afkoelen van het water komt warmte vrij en als het water om de bloesem gaat bevriezen komt er nog meer warmte vrij. Maar het belangrijkste is dat om de bloesem ijs komt te zitten die werkt als isolatie.
Bij het sproeien is het ook belangrijk dat je niet stopt met sproeien als het niet meer vriest maar dat je dan nog even doorgaat, want voor het smelten van het ijs om de bloesem is warmte nodig en als dit aan de bloesem wordt onttrokken bevriest de bloesem alsnog.
Een wijnboer in Midden-Brabant was doorgegaan met sproeien tot half negen en hij had later geen vorstschade.
In andere wijnboer in het zuiden van Brabant had zelfs bij gordijnsnoei op 2 meter hoogte vorstschade. Deze wijnboer streeft naar een zo biologisch mogelijke manier van druiven kweken en hij heeft tussen de rijen gras en onkruid. Dit werkt als een deken en daardoor krijg je geen uitstraling van warmte van de grond.

Wat kun je doen als hobby druivenkweker ? Je kunt de planten de nacht proberen af te dekken met plastic en bij zeer jonge plantjes met een grote bloempot.

Zorgen voor zwarte vaste grond rond de druivenplanten. Zwart zorgt voor warmte uitstraling van de grond en vast zorgt ervoor dat er zeer dunne openingen in de grond zitten waardoor water aangevoerd wordt van de ondergrond. Dit water geeft bij afkoeling en bevriezing warmte af.

Als je de avond ervoor de grond ook nog nat maakt wordt de grond vaster en het water geeft warmte af.
Bij schoffelen in de zomer weet je dat de ondergrond vochtiger blijft. Dit komt omdat je de openingen waardoor het water door capillaire werking omhoog gaat groter maakt.
Steek maar eens een rietje in limonade en neem daarna een dunner rietje dan zie dat de limonade in het dunnere rietje hoger staat dan in het andere rietje. Dit noemen ze capillaire werking.

Anton Ketels

Item toegevoegd aan winkelwagen.
0 items - 0,00