De druif syrah, in een aantal landen shiraz genoemd, werd tijdens de kruistochten vanuit het Midden-Oosten naar Frankrijk gebracht. Over herkomst van de druif doen veel geruchten de ronde, bijvoorbeeld dat de druif afkomstig is uit de Iraanse stad Shiraz. Uit genetisch onderzoek blijkt echter dat de druif voortkomt uit twee druivensoorten uit Zuidoost Frankrijk – Dureza en Mondeuse blanche. Het is een druivensoort die veel zon nodig heeft en zijn beste wijnen geeft in een warm en droog klimaat, en dan bij voorkeur op niet te vruchtbare grond. De wijnranken van deze druivensoort groeien uitbundig en worden daarom vaak gesnoeid. Gebeurt dit niet, dan verliezen de druiven aan aroma, met flauwe wijnen als resultaat. De Syrah is een sterke druif die immuun is voor de meeste plantenziekten.
Als de druif met zorg wordt gecultiveerd, dan heeft hij een dikke schil. De wijn krijgt daardoor niet alleen veel kleur, maar ook aanzienlijk tannine.
De Syrah is de klassieke druif van de Côte Rôtie en de Hermitage. Een land waar Shiraz als nationale specialiteit kan worden beschouwd, is Australië. De druif wordt vaak vermengd met Cabernet sauvignon. Voorts maakt men droge rosé en mousserende wijn van de syrah.
|